De toeristenbelasting in Amsterdam behoort tot de hoogste ter wereld. Ook in steeds meer andere gemeenten ervaren hoteliers dat de hogere tarieven druk zetten op de branche. Gemeenten zien de toeristenbelasting echter als een belangrijke inkomstenbron, zeker nu zij financieel onder druk staan. Branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) maakt zich zorgen over deze ontwikkeling en pleit voor een evenwichtiger en voorspelbaar beleid.
Hoewel de vooruitzichten voor 2025 in de logiessector positief lijken, kampen veel hoteliers met structurele uitdagingen. Zo had in 2024 43 procent van de hotels te maken met een personeelstekort. Daarnaast zorgen stijgende (personeels)kosten en de aangekondigde btw-verhoging op logies voor financiële onzekerheid. Op lokaal niveau speelt er nog iets anders: de verhoging op de toeristenbelasting. Gemeenten mogen zelf het tarief bepalen en hiervoor gelden geen restricties. Zo verhoogden in 2024 216 van de 342 gemeenten in Nederland het tarief voor de toeristenbelasting, met als resultaat een gemiddelde stijging van 8,1%. Omdat prijsverhogingen niet altijd een-op-een kunnen worden doorberekend, komen de marges onder druk te staan.
Vooral in Amsterdam is de impact van de stijgende toeristenbelasting groot. Sinds 2024 betalen toeristen hier 12,5%, het hoogste tarief in Europa en een van de hoogste tarieven wereldwijd. En het einde is nog niet in zicht, verwacht KHN-voorzitter Marijke Vuik. “Veel gemeenten bevinden zich al in een moeilijke financiële situatie sinds de decentralisatie. Daarbij komt dat 2026, het ‘ravijnjaar’, in zicht is, onder andere door de afbouw van het gemeentefonds. Gemeenten hebben een beperkt aantal middelen om inkomsten te genereren. We zien dat steeds meer gemeenten daardoor een verhoging van de toeristenbelasting overwegen, en we vrezen dat dit aantal de komende jaren verder zal toenemen.”
Het is begrijpelijk dat gemeenten aan deze knop draaien om gaten in hun begroting op te vullen. Maar ze zien niet dat deze ogenschijnlijk eenvoudige maatregel grote nadelige gevolgen heeft. Niet alleen voor hotels, maar indirect voor de hele samenleving. Hotelgasten geven het voorzieningenniveau in gemeenten een positieve impuls: winkels, culturele instellingen en regionale vervoersbedrijven zijn sterk afhankelijk van deze bezoekers. Daarnaast is de maatschappelijke functie van hotels onmisbaar. Vuik licht toe: “Onze branche creëert bijvoorbeeld sociale en inclusieve werkgelegenheid; ze biedt kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt kansen. Ook daarom is het belangrijk dat er een eerlijk en voorspelbaar beleid komt rond toeristenbelasting.”
Voor de Amsterdamse hotels en KHN is de grens bereikt en daarom gaat de brancheverenging in de hoofdstad procederen tegen de verhoging van de toeristenbelasting van 2024. De Amsterdamse hoteliers ondersteunen dit proces en gaan juridisch verweer voeren als zij de aanslagen ontvangen. KHN begeleidt de individuele hoteliers bij het indienen van hun bezwaar. Naar verwachting zal het juridische traject, inclusief een beroepsprocedure om definitief duidelijkheid te verkrijgen, minimaal twee jaar duren.
Vuik ziet een gang naar de rechter liever als laatste optie en zoekt bij voorkeur samen met de gemeente Amsterdam naar een gezamenlijke oplossing. “Wat wij willen, is een oplossing die beide partijen perspectief biedt. In eerste instantie aan de Amsterdamse hoteliers en de gemeente Amsterdam, maar natuurlijk ook aan de hoteliers en gemeenten in de rest van Nederland”, aldus Vuik. “Kunnen we deze oplossing uit onze mouw schudden? Helaas niet. Het enige dat we zeker weten, is dat we nú actie moeten ondernemen tegen de verhogingen van de toeristenbelasting. Bij voorkeur samen met de gemeente.”
Neem dan rechtstreeks contact op met Koninklijke Horeca Nederland.