Column: Sigrid Ruigrok is slaapcoach en slaapspecialist bij Slaapinzicht en werkzaam in een beddenspeciaalzaak. Ze adviseert mensen, bedrijven, hotels, instellingen en scholen over beter slapen en optimale nachtrust.
Er is weinig dat zo direct invloed heeft op de slaap van een hotelgast als licht en temperatuur. Twee factoren die zelden opvallen, tot ze niet kloppen. Te fel, te warm, te benauwd of juist te kil: de nacht wordt onrustig. We reageren er misschien niet bewust op, maar ons lichaam doet dat wél. Want net als geluid zijn ook licht en temperatuur signalen waar het brein op blijft letten, zelfs in slaap. Ze vertellen ons of we veilig zijn, of het dag is, en of het lichaam mag ontspannen. Wie als hotel echt wil uitblinken in slaapcomfort, kan hier veel mee winnen.
Licht is het kompas van onze biologische klok. Zodra het oog licht waarneemt, stopt het lichaam met de aanmaak van melatonine; het slaaphormoon dat helpt bij het inslapen. Dat kan het eerste ochtendzonnetje zijn, maar ook het blauwe licht van een scherm of het straatlicht dat door het gordijn glipt.

• Denk in fases. Zorg dat de kamer verschillende lichtstanden heeft: welkom-licht, ontspanningslicht en slaaplicht.
• Kies voor warm licht (2000–3000 K). Zacht, geelachtig licht helpt het lichaam te ontspannen, terwijl koel wit licht juist activeert.
• Verduister écht. Een gordijn dat aan de zijkanten sluit.
• Bied een slaapmasker aan. Een masker van goede, zachte kwaliteit is een klein gebaar, maar gasten ervaren het als luxe. Bovendien helpt het bij kamers waar volledige verduistering lastig is, bijvoorbeeld in steden.
• Plaats onder het bed of boxspring een subtiele uitstapverlichting, zodat gasten ’s nachts eenvoudig hun weg vinden.
• Denk aan de ochtend. Veel gasten waarderen het als de kamer langzaam mee ontwaakt: een subtiele lichtopbouw in plaats van een harde klik aan het plafond.
• Zelfs één felle lamp vervangen door een warme, dimbare variant, kan al merkbaar verschil maken.

Een kamer kan er prachtig uitzien, maar als het binnen te warm is, komt niemand in diepe slaap. Tijdens de avond daalt onze kerntemperatuur met ongeveer één graad, als voorbereiding voor de nacht. Dat proces moet kunnen gebeuren. Te veel verwarming of airco die constant blaast, belemmert die natuurlijke afkoeling. De meeste gasten weten niet dat ze te warm slapen; ze worden wel vaker wakker. En een systeem dat automatisch de hele nacht op 22 graden blijft, helpt daar niet bij.
• 18 tot 20 graden is voor de meeste mensen ideaal om in te slapen.
• Laat de lucht circuleren, maar zonder tocht. Een stille ventilatiestand is belangrijker dan een krachtige airco.
• Voeg laagjes toe. Een dunne plaid of extra deken op bed biedt keuzevrijheid, een eenvoudige manier om comfort persoonlijk te maken.
• Laat het aan het einde van de avond of ’s nachts iets afkoelen. Een automatische nachtverlaging van één graad kan het verschil maken tussen licht en diep slapen.


In drukke steden is licht vaak de lastigste factor. Straatlantaarns, reclameborden, verkeer: het brein registreert alles. Dat is niet alleen storend, het houdt het lichaam letterlijk in waakstand. Goede verduistering en warme binnenverlichting zijn hier dus cruciaal.
Buiten de stad ligt de uitdaging vaker in temperatuur: oude gebouwen met dunnere muren of kamers die snel afkoelen. In beide gevallen geldt: de gast merkt het meteen als de basis klopt. Licht en temperatuur zijn niet zichtbaar op een foto, maar bepalen wel het gevoel van comfort zodra iemand de kamer binnenkomt.
Wie nog een stap verder wil gaan, kan spelen met het natuurlijke verloop van licht en temperatuur. In de ideale slaapomgeving daalt de temperatuur ’s avonds langzaam, terwijl het licht zachter wordt. Die combinatie vertelt het lichaam: het is tijd om te slapen.
• Gordijnen die al dicht zijn bij een late check-in (het brein schakelt sneller over op “avondmodus”);
• Een timer op de verwarming zodat de kamer geleidelijk afkoelt; of zelfs een klein kaartje op het nachtkastje met wat tekst en uitleg over slaap: “Zet de kamer gerust iets koeler; dat helpt uw lichaam beter slapen.”
• Dat laatste is verrassend effectief. Gasten ervaren het als aandacht, maar je stuurt tegelijk hun slaapgedrag subtiel de goede kant op. Ik help hotels met graag met het opzetten van deze aanpak of met het ontwikkelen van eenvoudige slaapcommunicatie voor gasten.
Slaap is een basisbehoefte. Toch blijkt in veel hotels dat comfort nog te vaak visueel wordt ingevuld: zachte lakens, designlampen, een stijlvol bed. Maar de échte luxe is onzichtbaar, het is de rust die je voelt zodra je het licht dimt en de lucht precies goed is.
Als slaapcoach zie ik het keer op keer: wie goed slaapt, beoordeelt alles positiever; van het ontbijt tot de service. Licht en temperatuur zijn dus niet alleen fysieke factoren, maar stille beïnvloeders van gasttevredenheid.
Een goed bed speelt natuurlijk de hoofdrol, maar zonder aandacht voor licht, temperatuur en geluid (lees mijn vorige column) blijft de kans op onrustige nachten groot. Wie ze serieus neemt, verkoopt niet alleen de beleving in het hotel maar ook echt een goede nachtrust.
Wil je de slaapbeleving in jouw hotel verder versterken? Ik denk graag mee, van praktische adviezen over slaapbeleving tot een slaapboekje op maat voor gasten of personeel.